Mantelzorger Claudine over de zorg voor haar moeder met een psychische kwetsbaarheid

Claudine (55) groeide op in een turbulente thuissituatie. Haar moeder heeft een psychische problematiek waardoor ze al op jonge leeftijd veel verantwoordelijkheid op zich moest nemen. Nu verblijft haar moeder in een woonzorgcentrum en blijft Claudine zorg opnemen. We gaan met haar in gesprek over haar zoektocht naar verbinding met haar moeder en over de kunst van een balans te vinden als mantelzorger.

“Haar problematiek en onvoorspelbare gedrag zorgt voor stress en vraagt veel aanpassingsvermogen. Het is ook een gigantisch rouwproces want je moet steeds opnieuw grenzen trekken omdat ze er anders over gaat. De verbinding zit hem in kleine, korte momenten.” (Claudine)

Je moeder heeft een psychische problematiek. Wat wil dat juist zeggen en hoe uit zich dat?

Claudine: Mijn moeder heeft een bepaald type persoonlijkheidsstoornis. Dat maakt dat ze de liefste, meest charmante mama op de wereld kan zijn maar dat ze je het volgende moment de huid vol scheldt. Haar stemming en houding naar de mensen rond haar kunnen erg plots wisselen. Je weet daardoor nooit echt waar je staat. Zelfs nu, als volwassen vrouw, kan ik met een zwaar gevoel naar haar gaan: “Hoe zal ze vandaag zijn? Zal ze lief zijn?” Soms valt het heel goed mee, zoals vandaag, en kunnen we een fijn gesprek hebben. Maar een dag of twee later kan ze ons gesprek en wat ik vertelde net gebruiken om me verwijten te maken. Positieve zaken verdraait ze dan plots tot iets negatiefs. Bij conflict zet ze anderen tegen je op en daarin is ze grenzeloos. Vertel je niets, dan doet het pijn. Vertel je wel iets, dan doet het ook pijn.

Weet je waar haar problematiek uit voortkomt?

Claudine: Eigenlijk is iedereen psychisch kwetsbaar. Maar bepaalde gebeurtenissen in ons leven kunnen ervoor zorgen dat die kwetsbaarheid een problematiek wordt.  Mijn moeder heeft een aantal blessures opgelopen in het leven. Trauma’s wellicht waardoor haar persoonlijkheidsstoornis zich ontwikkeld heeft.

Eigenlijk komen mijn moeders problemen voort uit een diep gevoel van onzekerheid en verlatingsangst, denk ik. Alleen uit zich dat bij momenten in jaloezie, giftigheid, manipulatie, verbale agressie en soms zelfs stalking en psychisch geweld. Niet alleen naar mij, maar naar iedereen rond haar. Altijd aantrekken en afstoten.

Ik benoem het met een metafoor: alsof ze geen voering heeft, geen binnenkant. Ze is eigenlijk heel erg eenzaam en voelt zich leeg. Ze verwacht dat anderen haar als het ware ‘vullen’. Dat maakt dat ze zich soms ogenschijnlijk intens met je verbindt, maar plots slaat dat om duwt ze je weg of kan ze extreem eisend en dwingend zijn. Ze is ook niet altijd in staat om zich goed te uiten, waardoor ze een communicatieve uitval heeft.  En dan trek je je terug, natuurlijk. Dat zorgt voor een vicieuze cirkel die eenzaamheid brengt want in haar omgeving haakt de ene na de andere af door die onvoorspelbaarheid en het gebrek aan veiligheid.  Dat legt druk op mij want als het netwerk krimpt sta je er als mantelzorger alleen voor.

Wat zijn de gevolgen van haar psychische problematiek geweest op jullie gezin en familie?

Claudine: Tot mijn acht jaar heb ik eigenlijk positieve herinneringen aan mijn moeder. Ik herinner me haar als een bruisende vrouw, die luid in huis zong en allerlei spelletjes voor mijn 4 broers en mij verzon. Maar een ideaal huwelijk hadden onze ouders niet. Integendeel. Heel heftig om als kleine kinderen daarmee geconfronteerd te worden.

Uiteindelijk zijn mijn ouders gescheiden. Het ging alleen maar bergaf.

Bovenop haar persoonlijkheidsstoornis ontwikkelde ze een medicatie- en alcoholverslaving. Die cocktail maakte ons leven echt heel moeilijk. Mijn broers en ik waren vaak bang van haar. Ze kon in een razernij schieten en ons een hele nacht wakker houden met verwijten of dreigingen  met zelfdoding.

Als ik daar nu terug aan denk, kan ik niet anders zeggen dan dat dit psychisch geweld was. We hebben ons vanaf dan thuis nooit meer veilig gevoeld. De geborgenheid die er vroeger wel was, zette zich om in angst en onveiligheidsgevoel. De onvoorspelbaarheid van haar gedrag had een enorme impact op ons. Die onveiligheid bleef, ook toen we volwassen werden. Ook al waren er periodes dat het tijdelijk beter met haar ging en was ze een heel zorgzame ‘interim’-moeder.

We moesten zoveel sneller dan leeftijdsgenoten onze plan trekken. Eigenlijk draaide de ouder-kindrelatie om: wij zorgden voor haar in plaats van omgekeerd. Op een bepaald moment zijn mijn broers bij mijn vader gaan wonen. Ik bleef achter bij mijn moeder. Op een dag vond ik haar in bad, na een zelfmoordpoging. Ik ben degene die de ambulance heeft gebeld. Ik ben degene waarmee de arts het over collocatie had als ze zich zou verzetten tegen opname. Heftig was dat. Een immense verantwoordelijkheid kreeg ik op mijn schouders. Maar tegelijk is er zoveel dat je niet leert in zo’n thuissituatie: wat zijn grenzen, hoe werken gezonde relaties …

Mijn moeder is heel vaak opgenomen in de psychiatrie en kreeg daarbuiten ook hulp van psychologen en psychiaters . We koesterden de jammer genoeg zeldzame keren dat we betrokken werden bij haar behandeling. Als ik daar nu op terug kijk, denk ik: ‘Hoeveel kansen hebben we dan samen niet gemist.’  Na een opname voelde mijn moeder zich goed en gemotiveerd. Ze kwam dan terug naar ons, haar kinderen. Maar wij hadden intussen geen zorg gekregen voor onze kwetsuren. Herval loerde mede daardoor vaak om de hoek.

De keren dat we wel betrokken werden door hulpverleners, ontbrak de nodige veilige sfeer om eerlijk te zijn. Ongewild werd zo haar manipulatie in de hand gewerkt en de problematiek mee in stand gehouden. Slechts enkele hulpverleners kenden het totaalplaatje. Maar zonder haar toestemming konden wij niet met de hulpverleners rond de tafel zitten. Ze hebben ons gezin onvoldoende als ‘systeem’ of in zijn totaliteit bekeken. Laat staan ermee gewerkt.

Welke impact had/heeft haar problematiek op jullie moeder-dochter relatie?

Claudine: Haar problematiek en onvoorspelbare gedrag zorgt voor stress en vraagt veel aanpassingsvermogen. Het is ook een gigantisch rouwproces want je moet steeds opnieuw grenzen trekken omdat ze er anders over gaat. De verbinding zit hem enkel nog in kleine, korte momenten.

Op momenten dat het niet goed gaat, kan haar gedrag me erg raken. Een aantal jaren geleden was mijn tank echt op. Ik kon niet meer. Mijn 4 broers hebben al lang geleden de band doorgeknipt omwille van dezelfde redenen. Op slechte momenten speel ik ook met dat idee. Maar toch vind ik het belangrijk haar te blijven zien en verbinding te proberen leggen. Omwille van haar verlatingsangst en ook uit loyaliteit omdat ze me het leven gaf. En omwille van de goede momenten die er ook waren en zijn.

Haar kwetsbaarheid  vreet ook aan mijn gezondheid en energiepeil. Want ondertussen wil je er ook staan als partner, werknemer, ouder, vriendin, …

Mijn moeder heeft zelf geen inzicht in haar stoornis. Voor haar zijn wij, de mensen rond haar, het probleem, niet zijzelf. Ze ziet niet in wat haar eigen rol is in het verhaal. Ze beseft ook niet wat welke schade wij opliepen. Die schade dragen wij ook nu nog mee.

Momenteel verblijft je moeder in een woonzorgcentrum. Zijn woonzorgcentra erop voorzien om ouderen met een psychische problematiek te verzorgen?

Claudine: Verzorgend personeel is zeker niet voldoende opgeleid om met mensen met een psychische problematiek om te gaan. Ook de tijd ontbreekt vaak om er kwaliteitsvol aandacht aan te kunnen geven. Maar over het algemeen ben ik heel tevreden over het contact met het woonzorgcentrum. Ik heb altijd een goeie band met de directie en het personeel gehad. Ze staan open voor gesprek en advies en er is tweerichtingsverkeer. Dat is belangrijk als mantelzorger.

Er moet een evenwichtige relatie en open communicatie zijn tussen zorgverleners, de mantelzorger(s) en de persoon die zorg nodig heeft. Voor het welzijn van elke partij. Ook bij complexe ethische thema’s als zorgplanning en levenseinde.

Mijn tip aan andere mantelzorgers: kaart het thema zelf aan voor de vraag acuut is. Wie kwetsbaar is, durft het thema niet altijd ter sprake brengen of weet niet hoe. De mantelzorger durft het vaak ook niet, soms uit angst om weggezet te worden als “ah, je wil van mij af“ of “je ziet me niet graag als je daarover begint”.

De (psychische) kwetsbaarheid maakt de relatie tussen mantelzorger -familielid zo al broos genoeg. Het gesprek over levenseinde durven aan te gaan, is net het ultieme bewijs van geven om elkaar.

Niet iedereen weet dat je ook mantelzorger kan zijn voor iemand met een psychische problematiek. Beschouw je jezelf als mantelzorger? Wat is mantelzorg voor jou?

Claudine: Mantelzorg is iets waar je inrolt, het overkomt je. De zorg voor iemand met een psychische problematiek is voor een deel anders dan voor iemand met dementie of kanker, maar er zijn ook veel gelijkenissen. Als mantelzorger ben je niet alleen familie, partner of vriend,… Je wordt ook zorgverlener. Je hebt met andere woorden een dubbele pet aan. Dat is een moeilijke balans en kan voor conflicten zorgen met de persoon waarvoor je zorgt.

Als mantelzorger wil je kunnen geven, maar ook ontvangen. Ik geloof heel sterk dat er een wederkerigheid moet zijn in relaties, ook tussen  mantelzorger en zorgvrager. Pas op, wederkerigheid is niet “Als ik dit voor jou doe, moet jij iets gelijk terug doen voor mij.” Nee, ook iets kleins, binnen de mogelijkheden van de zorgbehoevende persoon, kan veel waarde hebben voor de mantelzorger en zo groots aanvoelen. Voor mij houdt wederkerigheid de relatie tussen mensen gezond. Ook die tussen mantelzorger en zorgvrager.

De complexiteit van psychische kwetsbaarheid zorgt al voor genoeg belasting en uitputting. Daarmee sta je als mantelzorger vaak alleen.

Hoe vind jij energie om het vol te houden? Wat werkt voor jou? En heb je nog tips of goede raad voor andere mantelzorgers?

Claudine: Gelukkig heb ik een fijne partner die begrijpt hoe lastig het is en hoe het soms koorddansen is om vol te houden. Ik ben dankbaar voor zijn begrip want de impact van het mantelzorgen op mij, hem en ons leven is heel groot. Ook mijn vriendschappen zijn onschatbare hulpbronnen, net als de contacten bij Similes omdat zij zonder veel uitleg WETEN hoe het voelt.  

Ik heb behoefte aan genoeg slaap en fysiek kunnen ontladen door dansen en zingen. Ik heb gelukkig ook zelf hulpverlening die mij sinds jaren helpt om in balans te blijven met zo’n zware (KOPP)-rugzak (KOPP = kinderen van ouders met psychische problemen, nvdr.). Ik ontwikkelde naast de last die veel mantelzorgers en KOPP-kinderen dragen, ook veel talenten, vooral op het intermenselijke niveau. Daar pluk ik de vruchten van op privé- en werkvlak. En daardoor heeft ook mijn mama’s leven betekenis.  


Foto: Trent Haaland via Unsplash.com