Een terugblik: “hoe mantelzorg mijn leven veranderde.”

Staf (89) werd jaren geleden mantelzorger voor zijn vrouw. Ze hebben een zware periode achter de rug, maar als je hen vraagt of ze nog gelukkig zijn dan is het antwoord volmondig, ja!

Mijn echtgenote Margaretha heeft al meer dan 10 jaar last van extreme vermoeidheid. De eerste vijf jaar hebben we ontelbare dokters afgelopen om hiervoor een oplossing te vinden, steeds zonder resultaat. Het gevolg was dat er antidepressiva werden voorgeschreven, wat met tussenpozen al eens enkele betere dagen gaf, maar zeker geen blijvende verbetering. Dagen, weken en maanden gingen voorbij tot er uiteindelijk iemand een naam kleefde op het fenomeen van haar vermoeidheid: het chronisch vermoeidheidssyndroom of kortweg CVS.

Intussen was er van ons sociaal leven geen sprake meer. Afspraken maken was niet meer mogelijk omdat we altijd de dag zelf moesten afwachten om te zien of ons Marietje de verplaatsing zou aankunnen. Naar toneel of cinema gaan viel weg. Zelfs af en toe op restaurant gaan, behoorde niet meer tot de mogelijkheden. Hierdoor werd mijn vrouwtje steeds depressiever. In de loop van 2012 kreeg ze een aanval van klierkoorts en dat was eigenlijk helemaal het einde van ons sociale bestaan.

“Tijdens een van deze gesprekken kwam duidelijk naar voren dat zij op vele dagen de wens had ’s morgens niet meer te ontwaken, omdat het leven voor haar toch geen enkele zin meer had.”

Al jaren probeerden we medicijnen uit. Die gaven nu en dan wel een korte tijdelijke verbetering, maar echte verandering ten goede was er nooit bij. Begin juli 2012 was mijn echtgenote zo depressief dat ze opgenomen moest worden in het ziekenhuis. Er werden andere antidepressiva uitgeprobeerd die, hoe ongelooflijk dit ook mag klinken, na tien dagen een merkbare verbetering brachten. Twee maanden ging het goed, tot heel goed, we konden het zelf niet geloven. Maar na twee maanden sloeg de depressie weer toe, nog erger dan tevoren. De specialist ter zake kon ons niet meer helpen en onze huisarts verwees naar “electro shocks” als laatste redmiddel. Hierdoor kwamen we terecht bij het Universitair Psychiatrisch Centrum (UPC) in Kortenberg. Hier werden tijdens diverse bezoeken meerdere gesprekken gevoerd met de behandelende arts. Volgens mijn persoonlijk inzien zijn sommige antwoorden van mijn echtgenote, tijdens de vele interviews, mede bepalend geweest of zij al dan niet in aanmerking kwam voor een opname. Tijdens een van deze gesprekken kwam duidelijk naar voren dat zij op vele dagen de wens had ’s morgens niet meer te ontwaken, omdat het leven voor haar toch geen enkele zin meer had. Op 7 mei 2013 werd mijn vrouwtje dan effectief opgenomen in het UPC in Kortenberg. In totaal zou ze acht ECT (Electro Convulsie Therapie) behandelingen krijgen of Electro Shocks. Een nevenwerking is dat men tijdelijk last heeft van verlies van het korte termijn geheugen maar dat zou in de meeste gevallen herstellen na 4 à 6 weken na het stopzetten van de behandelingen. Sommige mensen hebben er helemaal geen last van, maar bij enkelingen komt het korte termijn geheugen helemaal niet meer terug. Wij hadden pech of beter gezegd mijn echtgenote. Ze herinnerde zich zelfs niet meer dat ze maar liefst zes weken in Kortenberg verbleven had. Voor haar waren dat slechts maximaal 2 weken, hoezeer ik ook probeerde van haar ongelijk te overtuigen.

“Elke dag weer ben ik van Deurne naar Kortenberg gereden, 120 km heen en terug, om haar te bezoeken, haar te steunen in deze, zeker voor haar, moeilijke tijden.”

Iemand in het ziekenhuis had me gezegd dat ik een dagboek moest aanleggen van het hele verblijf en dat heb ik ook gedaan. Het is uiteindelijk een heel boek geworden met niet alleen de wederwaardigheden van de patiënt, maar ook hoe de partner heel dit gebeuren ervaren had. Want ook voor deze persoon is dit een onvoorstelbaar emotionele belevenis. Elke dag weer ben ik van Deurne naar Kortenberg gereden, 120 km heen en terug, om haar te bezoeken, haar te steunen in deze, zeker voor haar, moeilijke tijden.

Ongeveer één maand na haar thuiskomst stelden zich de eerste problemen. Hoewel er soms een kleine verbetering in de verwarring waar te nemen is, blijven de hiaten zich opstapelen. Haar tandarts kent ze niet meer en ze weet ook niet meer waar die woont. In de Delhaize geeft ze haar SIS-kaart i.p.v. de Delhaizekaart. Ook in huis vergeet ze waar ze met sommige zaken, die ze zelf weggezet heeft, gebleven is. Wanneer we op de vereniging komen, herkent ze wel de mensen waarmee we samen zoveel plezier gemaakt hebben, maar ze kan er geen namen meer op plakken. Zo vraagt ze ook regelmatig wat we gaan eten, maar enkele minuten later vraagt ze het opnieuw omdat ze het alweer vergeten is. En zo is dat in de loop van de jaren verder en verder gegroeid. Natuurlijk zijn er nog verdere onderzoeken geweest. We kregen de bevestiging dat we geen angst moesten hebben voor Alzheimer.

En inderdaad, wij zijn nu 2020 en los van de zaken die ze vergeet,  heeft ze een goed leven. Als we mensen ontmoeten die haar nooit gekend hebben, komt mijn vrouwtje meestal als heel gewoon over. Er is al wel eens een vreemde opmerking, maar daar blijft het gewoonlijk bij, ook omdat ze zich heel weinig in de conversatie moeit. Maar onze kinderen, kleinkinderen en goede vrienden weten best wat er aan de hand is. Van de familie kent ze gelukkig nog iedereen. Mede door de regelmatige contacten. Onze kinderen – we hebben er vier – zien we op wekelijkse basis en sommigen zelfs meer dan één keer per week.  En als wij twee ’s avonds in bed liggen dan vertel ik haar wat we die dag allemaal gedaan hebben en wat de vooruitzichten voor morgen zijn. Ook probeer ik haar standvastigheid te geven. Elke week verloopt volgens hetzelfde stramien en elke weekdag doen we bijna altijd hetzelfde en dat werkt meestal heel goed.

Twaalf jaar lang hebben we samen vrijwilligerswerk gedaan voor ouderen met dementie in een RVT. Ook hebben we samen aan de wieg gestaan van het dementiecafé in het Elzenveld te Antwerpen. Door dit allemaal te doen heb ik geleerd en ervaring opgedaan van hoe ik met mensen met dementie moet omgaan en dat is voor mezelf in de voorbije periode een grote steun geweest. Het is echter wel een beetje ironisch om na zovele jaren hier uiteindelijk zelf mee geconfronteerd te worden. Men zegt soms wel eens: voor alles wat men doet, is er wel een reden. Misschien diende mijn vrijwilligerswerk als opleiding voor mijn latere mantelzorg, wie zal het zeggen.

Mijn echtgenote is nu bijna 87 jaar, ikzelf word dit jaar 89. Als je ons vraagt of we nog gelukkig zijn, dan is het antwoord volmondig, ja. Mijn vrouw kan geen moment zonder mij en als ik even weg ben voor boodschappen of dergelijke, dan mag ik zeker nooit te lang wegblijven. Meestal leg ik dan een briefje waar ik heen ben, want anders is ze het toch zo weer vergeten. En er is natuurlijk de mobiele telefoon waarmee ik haar steeds kan bereiken. Haar lang alleen laten is echter niet meer mogelijk, want dan loopt er meestal wel iets fout.

Ik heb veel geleerd van deze periode en een uitspraak die ik vaak doe is: “Wanneer ongewoon gewoon wordt, is geen enkele opgave meer te zwaar.” Natuurlijk heb ik het ook wel eens zwaar, ik ben uiteindelijk ook maar een mens. Ik trek me op aan de leuke momenten in het leven. Zo zijn we in april 2021, 67 jaar getrouwd en 72 jaar samen. Als de situatie omgekeerd zou geweest zijn, dan zou mijn vrouwtje zeker even goed voor mij zorgen zoals ik nu voor haar.

Staf en Margaretha.

Wil je zelf ook je verhaal delen met ons? Dat kan! Stuur je verhaal door naar pieter.vanreybrouck@i-mens.be.

Waar word jij als mantelzorger gelukkig van?

Heb je al gehoord over de geluksdriehoek? Vergelijk het met de voedings- of bewegingsdriehoek, maar dan voor geluk. Want gezondheid gaat over meer dan alleen gezonde voeding en beweging. Je mentaal welzijn en je geluksgevoel zijn minstens even belangrijk. Benieuwd hoe de geluksdriehoek jou als mantelzorger kan helpen? We zetten het voor je op een rijtje.

Veel mensen gaan op zoek naar hoe ze zich gelukkig en goed in hun vel kunnen voelen. In vreemde en onzekere tijden zoals vandaag de dag – waar het coronavirus ons leven uit evenwicht brengt – is dat allesbehalve evident. Het is ook niet altijd even duidelijk wat wel en wat niet werkt om gelukkig te zijn. Daarom heeft het Vlaams Instituut Gezond Leven alle belangrijke wetenschappelijke kennis over geluk – zoals wat is het en hoe kan je eraan werken? – verzamelt in de geluksdriehoek. Het wil zo mensen informeren en inspireren.

Je gelukkig voelen kan je voor een stuk zelf beïnvloeden.

Wetenschappelijk onderzoek leert ons steeds meer over geluk en wat ons (on)gelukkig maakt. Het gezin waarin we geboren worden, de omstandigheden waarin we opgroeien en de zaken die we meemaken, hebben een invloed op ons geluk. Iemand die er financieel slecht voorstaat, zal het moeilijker hebben om zich gelukkig te voelen. Ook mensen met gezondheidsproblemen of een ernstige ziekte voelen zich vaak minder goed in hun vel. Gelukkig zijn hangt dus voor een deel af van ‘geluk hebben’. De manier hoe mensen omgaan met een probleem of moeilijke situatie kan bepalen of ze zich meer of minder gelukkig voelen. En die manieren van omgaan met problemen kan je leren en in handen nemen.

Perfect geluk bestaat niet

Bij de start van elk nieuw jaar wensen we elkaar ‘een goede gezondheid en veel geluk’ toe. Maar daar stopt het vaak bij, alsof we schrik hebben om over geluk te praten. Of misschien weten we niet hoe we dat moeten of kunnen doen? In elk geval is geluk iets dat er niet altijd moet zijn. Constant leuke en positieve gevoelens ervaren is een utopie. Het is belangrijker om te leren hoe je aan je geluk kan werken. Want je gelukkig voelen gaat ook over het ‘ongelukkig zijn’ beheersen.

Bouwen aan geluk

De geluksdriehoek leert je hoe je kan omgaan met problemen of ongelukkig zijn en reikt manieren aan om aan je geluk te bouwen. De driehoek bestaat uit 3 bouwblokken: je goed omringd voelen, je goed voelen en jezelf kunnen zijn. Deze drie factoren hebben een grote impact op je geluk. Maar wat wil dat precies zeggen?

De eerste bouwblok is ‘Je goed omringd voelen’. Oké, af en toe alleen zijn kan deugd doen, maar over het algemeen hebben we contact met anderen nodig. Zeker als mantelzorgers is het belangrijk om naast de persoon voor wie je zorgt ook nog met anderen personen contact te hebben. Warme contacten kunnen de batterijen terug opladen en geven de kans om te troosten en getroost te worden. Je voelt je betrokken bij mensen, je kan je hart luchten en je weet dat je op hen kan rekenen in moeilijke tijden.
Tip: schrijf je in voor een digitale vorming van steunpunt Mantelzorg en omring je met mensen die net als jou zorgen voor een ander.

De tweede bouwblok gaat over ‘Je goed voelen’. Je goed voelen gaat niet alleen over het ervaren van plezier, blijdschap, vreugde, hoop… Het gaat ook over het toelaten, aanvaarden en omgaan met negatieve emoties zoals verdriet, angst en boosheid. Als mantelzorger leef je vaak in een rollercoaster van emoties waardoor ‘je goed voelen’ niet vanzelfsprekend is. Ook minder positieve gevoelens horen erbij en dragen bij tot wie je bent. Zorg wel dat ze draagbaar blijven en in balans zijn met je positieve gevoelens.
Tip: Neem een moment voor jezelf om je emoties te voelen. Noteer de zaken in je leven die je energie geven, en de zaken die energie vreten. Schrijven kan helpen om emoties te verwerken, tot rust te komen en het is een goede manier om structuur en overzicht te krijgen.

De derde bouwblok is ‘Jezelf kunnen zijn’. Hier gaat het erom dat je jezelf kunt aanvaarden en een positieve houding kunt aannemen over jezelf − ook in relaties met anderen. Je kent jezelf – Wie ben ik? Waar ben ik trots op? – . Als mantelzorger heb je véél sterktes, alleen heb je daar misschien zelf niet zo veel aandacht voor. Probeer hier af en toe aan te denken. Denk positief over jezelf en wees trots op het feit dat je het verschil maakt voor een ander.
Tip: kijk elke ochtend in de spiegel en stel telkens de vraag: wat vind ik leuk aan mezelf? Waar ben ik trots op? En wat zijn mijn sterktes?

De ‘oranje bol’ onder de driehoek (rechts) verwijst naar de gebeurtenissen en ervaringen die je uit balans kunnen brengen. We ervaren allemaal stress en tegenslagen, kleine en grote. Zoals iemand uit je omgeving die ernstig ziek wordt. Deze gebeurtenis brengt grote (onverwachte) veranderingen met zich mee en heeft een impact op je geluk. Hoe sterk je geluk te lijden heeft onder deze tegenslagen hangt voor een deel af van hoe veerkrachtig je bent op dat moment. Dit wil zeggen, het vermogen om je aan te passen aan tegenslagen en daar misschien zelfs sterker uit te komen.   

Hoe ga je aan de slag?

Wil je werken aan je geluk of wil je beter leren omgaan met de stress, angst of piekergedachten die je ervaart? Kijk dan zeker eens op www.geluksdriehoek.be. Op deze website vind je informatie over veertien thema’s waaronder: veerkracht, stress, burn-out, verlies, ouderschap, piekeren, angst… Binnen elk thema zijn eenvoudige oefeningen, filmpjes, verhalen en tips te vinden van (bekende) Vlamingen.  

Meer weten?

  • Laat je inspireren door tips en kleine gelukjes van andere mantelzorgers op deze pagina.
  • Wil je je omringen met andere mantelzorgers? Schrijf je dan in voor een vorming via deze link.
  • Info over Vlaams Instituut Gezond Leven: www.gezondleven.be.

Donderdag 28 januari: wereldgedichtendag!

Vandaag is het wereldgedichtendag. Een uitstekende gelegenheid om één van onze huisdichters én mantelzorger opnieuw aan het woord te laten. Onze huisdichter schreef een toepasselijk gedicht over de korte en donkere winterdagen waarin we ons nu bevinden. Maar tegelijk ook over het verlangen naar licht, warmte en nieuwe hoop.