Het was de eerste keer dat het echt tot mij doordrong: ik ben mantelzorger.
Flashback naar 23 juni 2021, de Dag van de Mantelzorg. Dat was de eerste editie dat ik mezelf mantelzorger noemde, de eerste keer dat het echt doordrong en dat ik het echt besefte.
‘Mantelzorger ben je als je op regelmatige basis zorgt voor een partner, ouder, een kind, schoonouder, een buur of een vriend die omwille van ziekte, handicap, ouderdom, psychische kwetsbaarheid of een verslavingsproblematiek extra zorg nodig heeft.’
Mantelzorger betekent specifiek voor mij: er zijn. Mijn vriend, bram, overeind houden, troosten, zijn rots in de branding zijn, helpen overleven. Nu zou je denken, doet elke partner dit niet? Waarschijnlijk wel. Maar bij ons is dit elke dag, 100%. Elke dag is er wel een situatie waar er ‘gemantelzorgd’ moet worden. Het uitstralen van rust naar hem is heel belangrijke. Lukt mij dit elke dag? Natuurlijk niet. Maar ik probeer, ik leer en zo gaat het dag na dag beter.
‘Er zijn’ betekent zowel mentaal als fysiek. Elke minuut van de dag. Hem oppeppen tijdens en opvangen na een zware werkdag. Jep, dat gebeurt regelmatig. Daarnaast ga ik naar de winkel, maak ik eten klaar, kuis ik het huis, doe ik de was… Dat moet ook allemaal gebeuren. En pas op, ik doe dat met de grootste liefde die er bestaat. Maar ook ik ben aan het verdrinken. Stilletjes. Ik probeer zoveel mogelijk zelf te doen en te dragen en dat lukte wel. Maar nu komt onze trouw erbij kijken en it is just too much.
Ik ben mezelf opnieuw aan het vergeten en alles staat op nummer 1 behalve mezelf. Niet goed, maar bon. De wereld blijft draaien. We komen er wel. Toch? Daarom dat het heel veel voor mij betekent dat er zo’n dag bestaat, dat de mantelzorger eens in de picture komt. Want niet alleen de persoon in nood heeft het zwaar, ook zijn omgeving heeft het zwaar te verduren. Je moet ervoor openstaan en het zowel fysiek als mentaal aankunnen. Maar zoals eerder gezegd: ’t is met de allergrootste liefde die er bestaat!
Mezelf mantelzorger noemen is heel belangrijk. Maar daarnaast blijf ik ook vrouw-van en dat is het belangrijkste, voor de rest van mijn leven.
Bij thuiskomst stond er een bloemetje op tafel, geschonken door Bram. Wat kan liefde mooi zijn. Wat kan zorgen mooi zijn. Wat kan hij zo mooi zijn.